Herkomst | Zuid-Europa, zeer oud |
Geschiedenis | Zeer oude soort, waarvan de herkomst onbekend is, waarschijnlijk Zuid-Europa |
Beschrijving | Middelgrote langwerpig ovale vrucht. Donkerpaarsblauw met vele bruine stippen en geheel met een dun, lichtblauw waas bedekt. Diepe naad, die de vrucht ongelijk verdeelt. De tamelijk dikke, lange en rechte steel staat in kleine vlakke holte. De effen, dunne, tamelijk harde schil is gemakkelijk van het vlees te scheiden, Groengeel tot lichtbruin vast vruchtvlees, fijn, matig sappig, licht aromatisch, met aangenaam zoet rinse smaak. De steen zit zeer los. De vruchten blijven aan de steel vast zitten. Middelsterke gezonde groeier, die regelmatig, maar soms matig draagt. Zeer late bloei, daarom weinig nachtvorstgevoelig. Voldoet ook in lichte gronden. Gedeeltelijk zelfbevruchtend. De vrucht smaakt zeer aangenaam als ze zo lang mogelijk lang aan den boom blijft hangen. Sterk groeiende rijk en dragende boom. Vraagt een warme standplaats. |
Gebruik | Dessert. Zeer goede keukenpruim, zeer geschikt voor jam of om te drogen. |
Plukrijp | Vanaf half september tot begin oktober. |
Afbeeldingen | http://www.npv-pomospost.nl/Pruimen/historische_kwetsen.htm/ |