Herkomst |
Denemarken, 1670 |
|
|
Geschiedenis |
Over de herkomst van dit zeer oude ras bestaan verschillende theorieën. Zou zou de naamverwijzen het dorp Gravenstein (in het noorden van Duitsland) waar de variëteit zou geplant zijn door een graaf Ahlfeld, die ze meebracht uit Italië.Vast staat dat het een zeer oud ras is dat in ieder geval vanaf 1669 in Denemarken beschreven is. De vrucht is rond 1760 in de handel gebracht. In het koele Noordwest Europese zeeklimaat is de vrucht van betere kwaliteit dan in Midden- en Zuid Europa. Hij werd dan ook van oudsher in Noord-Duitsland, Denemarken en Scandinavië bijzonder gewaardeerd en bracht daar de hoogste prijzen op. De appel gold van oudsher als een topper.
De appel is in geheel Europa breed verspreid geweest, maar in Nederland over het algemeen van weinig betekenis gebleven. |
Beschrijving |
Eén van de meest aromatische en meest geurende appels, met een goede natuurlijke bewaring voor een zomerappel. De late vruchtbaarheid, de beurtjaargevoeligheid en de geringe takvastheid zijn de voornaamste nadelige eigenschappen. |
Gebruik |
Eerste kwaliteit dessertappel,. In de keuken zeker geschikt als appelmoesvariëteit. |
Plukrijp |
Eind augustus, begin september. |
Consumptietijd |
Kan bewaard worden tot eind oktober. |