Herkomst |
U.K., 1850 |
|
|
Geschiedenis |
De eerste Bramley’s Seedling groeide uit een pit die in 1809 door een jong meisje, Mary Ann Brailsford, in de tuin achter haar huis in Southwell (U.K.) was geplant. Het huis met de tuin werd in 1846 verkocht aan Matthew Bramley. Een lokale kweker, Henry Merryweather, nam in 1856 een aantal stekken van de boom. De eerste appels van de nieuw gekweekte bomen verkocht Merryweather in 1862. Omdat Bramley er op stond dat de appels zijn naam zouden dragen, werd het Bramley’s Seedling. |
Beschrijving |
In Nederland wordt de Bramley’s Seedling niet meer commercieel geteeld. De Bramley’s Seedling was als industrieappel minder van kwaliteit dan de Goudreinet. Daarnaast grotendeels verdwenen omdat de consument de voorkeur gaf aan moesappels die ook als handappel te gebruiken zijn, zoals de Goudreinette. De vraag van de handel naar Bramley’s Seedling nam af, de prijs daalde en men stopte met het aanplanten van dit ras. |
Gebruik |
Vooral als appelmoes, sap en keukengebruik, na langere tijd neemt het zuurgehalte af en kan de vrucht als handappel worden gebruikt, na de jaarwisseling zijn ze op hun lekkerst. Geschikt voor appelwijnen. Is een van onze beste keukenappels. Geeft witte appelmoes. |
Plukrijp |
Half tot eind oktober |
Consumptietijd |
Goed bewaarbaar tot eind januari, last van scald bij te lange opslag. De vruchten worden wel naar Engels voorbeeld in papier gewikkeld om scald tegen te gaan. Vrucht laat zich uitstekend koelen mits de temperatuur niet lager dan 4ºC. komt, waardoor langer bewaren mogelijk is. |
Afbeeldingen |
http://www.seattletreefruitsociety.com/apple-view.php?id=12&name=Bramley
http://www.hethogedak.nl/images/Tuin/bramleys%20seedling.jpg |